Een giraffe en een mens hebben evenveel nekwervels.
Het eerste wat opvalt aan de giraffe is zijn lange nek. Deze heeft hij om bij de bovenste blaadjes van de bomen te kunnen komen. Op deze hoogte mag hij alles alleen opeten. Alleen een olifant of een aap is hem soms voor. Zijn nek is veel langer dan die van een mens. Toch bestaat hij uit evenveel botten (nekwervels). Beide nekken hebben zeven van deze botten. De nekwervels van de giraffe zijn dus veel groter dan die van de mens.