Rupsen moeten enorme hoeveelheden voedsel wegwerken omdat ze vaak bladeren eten waar niet veel energie in zit. Bovendien moeten ze sterk groeien; bij veel soorten is de bijna volgroeide rups duizenden keren groter en zwaarder dan een net uit het ei gekropen rups. Het zijn hiermee de snelst groeiende organismen uit het dierenrijk, een van de extreemste soorten wordt 10.000 keer zwaarder in minder dan 20 dagen. De energie die wordt opgeslagen wordt niet alleen gebruikt om de verandering van pop tot vlinder mogelijk te maken. Veel vlinders nemen geen voedsel meer op als ze uit de pop komen. Alle energie die wordt gebruikt om te vliegen, een partner te zoeken en zich voort te planten is bij deze soorten als rups bij elkaar gegeten.