In een cumulonimbus (onweerswolk) zit even veel energie als in een waterstofbom, stelde Richard Lindzen, tot 2013 hoogleraar meteorologie aan de beroemde MIT-universiteit, in een lezing. Dat heeft te maken met zogeheten faseovergangen (van vast naar vloeibaar, vloeibaar naar gasvormig of vice versa). Een onweerswolk ontleent zijn energie uit het condenseren van waterdamp tot vloeibare waterdruppeltjes.